Jeugd en achtergrond
MAO Zedong in 1927
Mao Zedong was de zoon van een redelijk welvarende middelgrote boer uit het plaatsje Shaoshan in de provincie Hunan. Zijn familie woonde al 500 jaar in het dal van ShaoShan. Mao's vader, Mao Yichang (1870-1920), was de rijkste boer van het dorp geworden door de handel in rijst en de familie bewoonde een ruim en mooi huis. Mao's moeder heette Wen Qimei (1867-1919). Mao had een strenge vader.
Mao volgde een opleiding aan de kweekschool. Tijdens zijn opleiding sloot hij zich aan bij het Revolutionaire Leger van de Kwomintang (een nationalistische beweging van Sun Yat-sen). Na de revolutie van 1911, waardoor China een republiek werd onder respectievelijk Sun Yat-sen en Yuan Shikai, hervatte Mao zijn opleiding en sloot hij zich aan bij revolutionaire studieclubs. In 1918 vertrok Mao van Hunan naar Peking. Mao werd een sympathisant van de linkse 4 Mei-beweging in Peking. Hij trouwde met de dochter van professor Jang Tsjang-jin. Dankzij de bemiddeling van zijn schoonvader vond hij een baan als assistent op de universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Peking. Mao schreef zich daar tevens in als parttime student en volgde seminars bij intellectuelen zoals Chen Duxiu, Hu Shi en Qian Xuantong.
Mao volgde een opleiding aan de kweekschool. Tijdens zijn opleiding sloot hij zich aan bij het Revolutionaire Leger van de Kwomintang (een nationalistische beweging van Sun Yat-sen). Na de revolutie van 1911, waardoor China een republiek werd onder respectievelijk Sun Yat-sen en Yuan Shikai, hervatte Mao zijn opleiding en sloot hij zich aan bij revolutionaire studieclubs. In 1918 vertrok Mao van Hunan naar Peking. Mao werd een sympathisant van de linkse 4 Mei-beweging in Peking. Hij trouwde met de dochter van professor Jang Tsjang-jin. Dankzij de bemiddeling van zijn schoonvader vond hij een baan als assistent op de universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Peking. Mao schreef zich daar tevens in als parttime student en volgde seminars bij intellectuelen zoals Chen Duxiu, Hu Shi en Qian Xuantong.